Ondertoezichtstelling (OTS) en uithuisplaatsing (UHP)​

Ondertoezichtstelling (OTS) en uithuisplaatsing (UHP)

Wanneer wordt een kind onder toezicht gesteld?

De ontwikkeling van uw kind kan door problemen in uw gezin in gevaar komen. Gevolgd door uithuisplaatsing en/of ondertoezichtstelling.  Dit betekent dat een gezinsvoogd uw kind begeleidt en helpt bij het oplossen van de problemen.

Aanvraag ondertoezichtstelling kind

Zijn de opvoedproblemen zodanig dat jeugdhulp een OTS of UHP nodig vindt dan schakelt jeugdhulp de Raad voor de Kinderbescherming in. De Raad onderzoekt of het nodig is een OTS of UHP aan te vragen bij de rechtbank.

Rechtszitting

Tijdens een rechtszitting vraagt de kinderrechter uw mening over de OTS. Als uw kind 12 jaar of ouder is, moet de rechter hem ook om zijn mening vragen. De rechter kan uw kind jonger dan 12 jaar ook om zijn mening vragen. Dit is niet verplicht.

Kinderrechter

Besluit de kinderrechter uw kind onder toezicht te stellen? Dan voert een gecertificeerde instelling de maatregel uit en zorgt ervoor dat er een gezinsvoogd komt. U en uw kind zijn verplicht deze hulp te accepteren.

Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van een OTS die de kinderrechter oplegt. Gemeenten maken hiervoor afspraken met gecertificeerde instellingen die in hun regio de maatregel uitvoert. Voor 1 januari 2015 stonden kinderen onder toezicht van Bureau Jeugdzorg.

Hulp van gezinsvoogd

Als de rechter een ondertoezichtstelling uitspreekt, krijgt u een gezinsvoogd toegewezen vanuit een gecertificeerde instelling.

U moet de hulp en ondersteuning van een gezinsvoogd bij de opvoeding van uw kind accepteren. Maar u houdt wel het gezag over uw kind. U blijft dus zelf verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van uw kind. De gezinsvoogd gaat u daarbij verplicht begeleiden. Het doel van de OTS is dat u na bepaalde tijd zelf de opvoedingsverantwoordelijkheid weer kan opnemen.

Duur ondertoezichtstelling

De kinderrechter bepaalt hoe lang uw kind onder toezicht wordt gesteld. Dit is maximaal 12 maanden. De kinderrechter kan de maatregel steeds met (maximaal) 1 jaar verlengen. Een ondertoezichtstelling is mogelijk tot uw kind 18 jaar is.

Uithuisplaatsing tijdens OTS

In de meeste gevallen blijft uw kind tijdens de ondertoezichtstelling thuis wonen. Maar soms is het voor uw kind beter dat hij ergens anders woont. Bijvoorbeeld in een tehuis of pleeggezin. De gezinsvoogd vraagt dan de kinderrechter om toestemming om het kind uit huis te plaatsen.

Loopt uw kind onmiddellijk gevaar binnen uw gezin, dan moet uw kind snel uit huis worden geplaatst. De kinderrechter kan dan op verzoek van de raad een voorlopige OTS uitspreken. De kinderrechter machtigt een gecertificeerde instelling om het kind uit huis te plaatsen. 

En wie helpt u?

Als u te maken krijgt met een situatie zoals hierboven omschreven neem dan direct contact op met ons kantoor om u in een zo vroeg mogelijk stadium juridisch te laten bij staan door Evelien Roeleven. Er